Terug naar vorige pagina | Naar vorig verslag |
Naar volgend verslag |
WSC 1 - Caissa 11
Gespeeld op 16-10-2012
1z Hans Wijnand 1920 1 - 0 Marnix Godding 1626
2w Peter Wijnand 1949 1 - 0 Gerold Huter 1568
3z Henk Peperkamp 1575 ½ - ½ Jan Timmerman 1552
4w Dick Spel 1710 0 - 1 Matthijs de Feber 1539
5z Bert Hoetmer 1459 1 - 0 Aleks Varnica 1527
6w Michel Weenink 1662 1 - 0 Jorge Alarcon Ramirez 1559
7z Theo van Tubergen 1607 1 - 0 Matthijs Jansen 1480
8w Klaas Siewertsen 1474 1 - 0 Jord Hendriks 1426
———————
WSC 1 6½ - 1½ Caissa 11
Caissa 11 speelde vorig seizoen nog in de 3e klasse waar ze op de derde plaats eindigden met 8 uit 7. Het wordt zelfs nog vreemder: de huidige bezetting speelde toen in Caissa 12 t/m 14 in de 4e klasse, waarbij alleen Caissa 13 wist te promoveren. Die 4e klasse is nu natuurlijk wel verdwenen!
De partij van Dick was de eerste waarbij de stukken weer in de doos konden. Hij stond de hele partij goed tot gewonnen … totdat hij opgaf, begeleidt door één van zijn bekende uitroepen van afkeer. 0-1 (virtueel 1-0, d.w.z. als er nog enige gerechtigheid in deze wereld is, dan zou dat nu de stand moeten zijn). |
Wit speelde hier 29.Lxb7?? Dxb7 30.Lxd4?! (Le3!) Pd5 waarmee we bij het volgende diagram zijn aanbeland. Hij kon echter een stuk winnen door 29.Le1 met de dubbele dreiging Lxb4 en Lxb7 Lxf3 30.Txf3 Ke8 31.Lxb4 en wit staat gewonnen. |
Dick kwam nu op het onzalige idee om z’n dame twee paardzetten van de koning te plaatsen met 31.Dc1, ongetwijfeld met de bedoeling om daarna Dxg5+ te spelen. Er volgde Pf4 met de dreigingen (in volgorde van ernst) Dxg2 mat, Pe2+ met damewinst en Pxh3+ met kwaliteitswinst. Wit zag wel de 1e en 3e dreiging, maar niet de 2e en speelde 32.Tg3?? 32.c6! Pxh3+ 31.gxh3 had nog een speelbare stelling opgeleverd. Pe2+ met onmiddelijke opgave. |
De tegenstander van Hans dacht zich wel een tussenzetje te kunnen veroorloven, nadat zwart net een paard op d4 geslagen had. Dat was een misrekening en kostte hem een stuk. Ondanks dat zwart daarna nog een opgelegde kans voorbij liet gaan om er twee stukken voorsprong van te maken, kwam de zege nooit in gevaar en na 24 zetten gaf wit op. 1-1 (2-0) |
Ook Henk had over z’n stelling niet te klagen: al zijn stukken, op de dame na, staan op perfecte velden. Daarom is de volgende zet ook niet te verklaren: Td5?? 28.Ke1? 28.Ld2 Lc5 29.Dg5 Lc5?? Lh4+! 29.Pg3 Td3 29.Dg5 Le7 30.Dg1 Lc5? 31.Dg5 Le7 32.Dg1 en remise, tot opluchting van wit. 1½-1½ (3-0) De winnende voortzetting in de diagramstand was Dd7 bijv. 28.Dg4 28.Pc5? Tf3+ 29.Ke1 (29.Kg2? Ph4+ 30.Kh1 Lxc5) Lh4+ 30.Tf2 Dd5; 28. Ld2 Tf3+ 29.Kg2 Dd3 30.De1 Lh4 31.Pf2 en wit zit in een wurggreep Td1+ 29.Te1 Txc1! 30.Txc1? Pe3+. |
Mijn opponent ging voor de Scandinavische verdediging en speelde dat snel en uit de losse pols, maar had de opening toch nog niet goed in de vingers aangezien hij al snel zijn dameloper insloot met e7-e6. Dat is op zich natuurlijk niet dodelijk, maar beperkt wel zijn tegenspel. Na een foutje van mij kreeg hij desondanks toch nog volledig gelijke kansen. Daarna verloor hij echter wel zijn greep op de stelling: eerst leverde hij een pion in, vervolgens ruilde hij bijna al z’n stukken af en liet het aankomen op een eindspel van gelijke lopers. Dat had misschien nog steeds niet tot verlies hoeven leiden als hij niet vrijwillig een aantal pionnen op de kleur van mijn loper had vastgezet. 2½-1½ (4-0)
Een lesje eindspelvoering valt nog te halen uit de partij van Klaas. De opening werd niet goed behandeld door zwart: 1.e4 e5 2.Pf3 Pc6 3.Lc4 Pf6 4.Pg5 d5 5.exd5 Pxd5?! (Pa5) 6.d4 f6?! 7.Pf3?! (7.dxe5 fxg5 8.Lxd5 Pxe5 9.0-0) Lg4 8.dxe5 Lxf3? (Pdb4) 9.Dxf3 Pd4? (Pb6) 10.De4 en wit staat vrijwel gewonnen. |
Hier moet wit natuurlijk gewoon met z’n pionnen naar voren gaan, maar hij maakte zich zorgen om de promotie van de zwarte pion en dacht dat zijn toren wel wat hulp kon gebruiken: 38.Ke3?! a3 39.Kd3?? hij moet weer de beschutting van zijn pion opzoeken met Kf4 a2 40.Kc2? 40.Kc3 Tc1+ 41.Kb2 Tg1 42.g4 Th1?? Tg1 41.Txa2 Txg2+ 42.Kb3 Tg3 43.Tf2 Th3 en remise, zwart had hier nog maar 10 minuten op de klok, tegen 54 voor Klaas 41.Txa2 Txh4 42.Kd3 en wit kon op de 54e zet het volle punt incasseren. 3½-1½ (5-0) |
Bert had tot dan toe weinig in de melk te brokkelen gehad en staat gewoon een toren achter. Weliswaar voor 3 pionnen, maar toch!. Zwart dreigt hier o.a. om nog een pionnetje te verorberen op c3, dus bedacht wit dat het tijd werd om zelf ook wat hout te sprokkelen en speelde 39.Txa7?? 39.Th5 Lxc3 40.Txd5. Hij kwam van een koude kermis thuis na Ta1+ 40.Kc2 Txh1 en nu het is zwart die op winst staat. Na nog een paar fouten wist hij wit mat te zetten op de 50e zet, zonder dat z’n 2 pluspionnen van hun plaats waren geweest. 4½-1½ (5-1) |
Over de partij van Michel valt weinig anders te melden dan dat hij een keurige partij speelde zonder echte blunders en dat hij goed gebruik maakte van de fouten die zijn tegenstander ontglipten. Die gaf op de 55e zet op toen mat onvermijdelijk was geworden. 5½-1½ (6-1) In de laatste partij konden (geen van) beide spelers aanspraak op de overwinning maken. De blunders vlogen over en weer, maar gelukkig trok Theo uiteindelijk aan het langste eind. 6½-1½ (6½-1½) |
Wits laatste zet was 25.Lb6-d4??, maar pion e5 is niet meer te verdedigen, dus Lxa5 was aangewezen. De partij ging verder met f6?? wat is er nu tegen Pxe5 gevolgt door Dxd6 26.exf6?? 26.Db7 fxe5 27.Txd7 met gewonnen stelling Lxf6 en zwart staat minstens gelijk. |
Even later retourneerde Theo de gulle geste met Ld4?? Na Kf7 35.b7 Tb8 staat het gelijk 35.b7 Pa7 36.Lxa7?? 36.Txg6+ Kf7 37.Lxd4 Pb5 38.Tf6+ Ke7 39.Le5 met winst Lxa7 37.Tc8? 37.Txg6+ is nog steeds wat beter voor wit Tf8 met ongeveer gelijke stelling, maar wit had nog maar 14 minuten over en zwart wel 36, en dat werd uiteindelijk zijn ondergang. |
Nadat we vorig seizoen al Dave van der Kist moesten missen, moeten we het nu helaas ook doen zonder de aanwezigheid van Wim van Spengen op één van de topborden. We wensen hem alle sterkte toe! Vandaag misten we ook nog Micha Pfeiffer en Harry Boom zodat we met een aantal invallers moesten aantreden. Het is voor het eerst dat de echte uitslag precies overeenkomt met de virtuele en de grootte van de overwinning is daarom gewoon terecht. Naar de volgorde van de uitslagen heb ik enigszins moeten raden aangezien niet iedereen even nauwgezet was in het bijhouden van de (eind)tijden. |
Peter Wijnand |