Terug naar vorige pagina | Naar vorig verslag |
Naar volgende verslag |
WSC 1 - Tal/DCG 3
Gespeeld op 9-11-2010
1z | Dave van der Kist | 1817 | ½ - ½ |
Jos Kooiker | 1913 |
2w | Peter Wijnand | 1888 | 1 - 0 |
Tom Visser | 1852 |
3z | Jan-Marten Otterman | 0 -1 |
Jeroen Cromsigt | 1836 | |
4w | Dick Spel | 1784 | 1 - 0 |
George Boellaard | 1817 |
5z | Michel Weenink | 1648 | 1 - 0 |
Jaap Loeve | 1809 |
6w | Harry Boom | 1608 | 0 -1 |
Marco Coolen | 1770 |
7z | Micha Pfeiffer | 1754 | 0 -1 |
Andy Gerritsen | 1764 |
8w | René Groot | 0 -1 |
Hing Ting Lai | 1710 | |
-------- |
|||||
WSC 1 |
3½–4½ |
Tal/DCG 3 |
|||
We moesten vanavond aantreden met een gevoelige aderlating: Hans zat aan de andere kant van de wereld om een geadopteerd kindje op te halen. Toch hadden we het ook zonder hem wel kunnen redden, maar het heeft niet zo mogen zijn. |
Op bord 1 duurde de hele partij slechts 22 zetten, waarna Dave, die zich niet goed kon concentreren, maar remise aanbood ondanks een duidelijke plus.
Op het 2e bord duurde de partij even lang in aantal zetten, maar wij moesten al met een half oog naar de klok gaan kijken. Het was, zoals ze zeggen, een partij uit één stuk. Toen ik eenmaal goed uit de opening was gekomen, bouwde ik dat voordeel uit tot mijn tegenstander onder tijdsdruk en in verloren stelling blunderde, waarna ik de partij met een combinatie kon beslissen. |
|
Jan-Marten werd voor de leeuwen gegooid aan bord 3. Hij speelde de klassieke variant van het frans (via omwegen) en liep in een al even klassieke val door zijn zwarte loper te laten afruilen waardoor hij met een slechte loper bleef zitten en een wit paard zich comfortabel op d6 kon nestelen. Op de 27e zet liet hij zich maar mat zetten om aan alle ellende een einde te maken. Op het laatste bord kon René weinig uitrichten tegen een jeugdtalentje. Deze plantte een paard op f3 en kon toen met zijn koningsstelling doen wat hij wilde. Toen wit 2 stukken achterstond gaf hij op. Dick won een pion op de 20e zet, maar moet nog wel precies spelen om zijn voorsprong niet kwijt te raken. Zwart gaf lang goed tegenspel. Wit wist echter genoeg druk te houden om het zijn tegenstander moeilijk te maken. Toen de zetten met trillende handen op het bord werden gesmeten zag je Dick denken “ik zal het toch niet weer vergooien?”, maar hij voerde de partij daadkrachtig tot winst. |
|
Harry dacht in de opening met zijn dame een pion op a7 te kunnen winnen, maar bedacht zich terecht voordat hij ging incasseren, omdat hij die niet meer terug zou kunnen trekken. Intussen had hij echter wel een aantal zetten verloren en het loperpaar weg gegeven. Toen hij ook nog lang ging rokeren, het gevaar tegemoet, was het snel bekeken. |
|
Peter Wijnand |